De uitbraak van het coronavirus heeft een wereldwijde crisis veroorzaakt. Velen van ons zijn geraakt door het virus. Natuurlijk in de eerste plaats de mensen die ziek zijn geworden of een naaste hebben verloren. Daarnaast heeft Covid-19 ons maatschappelijke leven ontregeld. Het heeft een zware wissel getrokken op onze gezondheidszorg en een enorm beroep gedaan op de inzet van allen die hier werkzaam zijn. Ook de economie is zwaar getroffen en veel bedrijven hadden het niet gered zonder steun van de overheid. Bij culturele instellingen en evenementenorganisaties zijn veel banen verloren gegaan.
En net toen we dachten dat het beter ging en we ons normale leven weer oppakten, kwam de tweede golf. De regels zijn aangescherpt en opnieuw breekt een periode van onzekerheid en angst aan.
Corona heeft de lokale overheden onder druk gezet. De gemeentelijke organisatie kreeg er tal van taken bij: handhaving van de noodverordening, beoordeling en uitbetaling van de vele aanvragen voor noodsteun, communicatie over steeds weer nieuwe maatregelen etc.
Noodgedwongen zullen we in de komende periode de focus moeten verleggen naar arbeidsmarkt, onderwijs en behoud van werkgelegenheid. Onze inspanning zal erop gericht zijn om iedereen ‘aan boord’ te houden. Dat betekent werkgelegenheid op peil houden; mensen van werk naar werk begeleiden; omscholing bevorderen en behoud van de culturele sector.
De rijksoverheid biedt gemeenten financiële steun, maar vooralsnog is de toegezegde compensatie lang niet toereikend.
In de voorbereiding op de meerjarenbegroting 2021-2024 heeft het college een financiële doorberekening laten maken van alle ambities uit het coalitieakkoord, de wettelijke taken en verplichtingen en de noodzakelijke investeringen. Om het beeld volledig te krijgen zijn ook de uitkomsten van de onderzoeken naar de haalbaarheid van diverse ambities meegenomen.
Het verkregen inzicht biedt het college voldoende handvat om keuzes te maken voor de toekomst.
‘Bouwen aan Beverwijk, voor en met inwoners’ - de titel van het collegeprogramma - blijft onze leidraad. De behoefte aan woningen voor alle doelgroepen is onverminderd groot. Samen met de corporaties zijn forse stappen gezet bij de herstructurering van naoorlogse wijken en het ontwikkelen van convenantlocaties. Woningbouw in Binnenduin vordert gestaag en biedt mogelijkheden voor doorstroming. Ook in het centrum, met name op de Breestraat tonen ontwikkelaars steeds meer interesse in het transformeren van leegstaande panden in woningen.
Het bouwen van woningen is ook een van de doelstellingen bij de grootschalige gebiedsontwikkeling aan de oost- en westzijde van de A22 en het spoor. Uit de review van de grote projecten blijkt dat er volop kansen zijn voor de ontwikkeling van deze gebieden, mits dat in samenhang gebeurt. De ontwikkeling van het stationsgebied, Ankies Hoeve, de Wijckerpoort, het Meerplein, de Parallelweg, Kop van de Haven en het bedrijventerrein beschouwt het college de komende periode als speerpunt. En dat gebeurt onder de noemer ‘Spoorzone’. Met een investering van 1 miljoen verwacht het college de gewenste ontwikkeling een extra impuls te geven.
Door het omdopen van ons bedrijventerrein tot Beverwijk Business Docks Wijckermeer zetten we het bedrijfsleven en onze ondernemers op de kaart. Doel van het project Stadsimago is om dit ook voor het centrum en de rest van Beverwijk te doen.
Een andere ambitie die we onverkort doorzetten is de ontwikkeling van Landgoed Adrichem tot een openbaar toegankelijk park met state of the art voorzieningen voor sport en recreatie voor alle Beverwijkers.
De resultaten van het onderzoek dat we gezamenlijk met de gemeente Heemskerk hebben uitgevoerd, geven ons het besef dat een nieuwe zwemvoorziening een dusdanig grote investering vraagt, dat wij dat nu niet verantwoord vinden. Dat betekent dat wij ervoor kiezen om het Sportfondsenbad voorlopig te behouden.
De kunst en cultuur hebben het zwaar in deze ‘coronatijd’. Met hulp van rijk en provincie, zetten we in op behoud van de sector. We zien dat deze zich razendsnel weet aan te passen aan de veranderende regels. Creativiteit kruipt immers waar het niet gaan kan, en dat leidt tot tal van nieuwe initiatieven. De gemeente denkt daarbij, met inachtneming van de regels, zo goed mogelijk mee.
De afgelopen periode heeft het college laten onderzoeken hoe de kansen zijn voor een nieuw te bouwen cultureel centrum. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. Ook hier moet het college concluderen dat de gevraagde investering voor een gemeente als de onze niet realistisch is. We zijn van mening dat de voorzieningen op het Kerkplein een uitstekende basis bieden voor een bloeiend cultureel landschap, ook in de toekomst.
Bij het opstellen van deze meerjarenbegroting hebben we onze verantwoordelijkheid voor de wettelijke taken zeer serieus genomen. Dat heeft ons doen besluiten tot een tweetal nieuwe bestemmingsreserves: voor onderwijshuisvesting en onderhoud van de wegen. De jarenlang toegepaste strategie van ‘werk met werk’ combineren, waardoor wegenonderhoud samenviel met rioolvervanging, is niet langer afdoende. De staat van de wegen vraagt om een grotere investering. Een extra investering in het IHP (integraal huisvestingsplan) is noodzakelijk om de schoolgebouwen in de toekomst op het gewenste niveau te houden. Dat geldt ook voor de onderwijshuisvesting van het IKC (Integraal Kind Centrum).
Om deze investeringen mogelijk te maken, komen we met voorstellen voor een ombuiging van de subsidies, gemeenschappelijke regelingen en het mobiliteitsfonds.
Het college biedt de raad een sluitende begroting aan voor de komende jaren. Daarbij stemt het tot tevredenheid dat we de lasten voor de inwoners onder het landelijk gemiddelde hebben kunnen houden. De OZB stijgt alleen met de jaarlijkse indexering van 1,8%.
We realiseren ons dat het een onzekere tijd is en dat dat ook geldt voor de financiering vanuit het rijk. Dat signaal zullen we waar mogelijk blijven afgeven.