Mutaties Programmabegroting 2021
1. Effect opstellen taakveldenraming 2021
De financiële effecten van de taakveldenraming betreffen onder andere de berekende kapitaallasten, indexatie en mutaties onder de €25 dzd.
2. Kapitaallasten verduurzaming panden
De verplichtingen die voortkomen uit de energietransitie en het reduceren van CO2 uitstoot van panden in eigendom zijn vertaald in gemiddelde investeringen per jaar. De kapitaallasten van de verwachte gemiddelde investeringen zijn als stelpost geraamd.
3. Kapitaallasten renoveren Kennemer Theater
Het pand waarin het Kennemer theater huisvest is eigendom van de gemeente en behoeft renovatie. Deze investering kan in 2022 plaatsvinden waardoor in de begroting van 2023 kapitaallasten geraamd worden. Het betreft hier een eerste inschatting van de benodigde kapitaallasten.
4. Kapitaallasten 2e fase herinrichting Museum Kennemerland
Het pand waarin het Museum Kennemerland huisvest is eigendom van de gemeente en behoeft een verbouwing om verduurzaming te realiseren, de toegankelijkheid te verbeteren en om de collectie veilig te stellen. Er is co-financiering van externe partijen beschikbaar waardoor de investering van de gemeente deels gedekt wordt. De resterende investering is gekapitaliseerd en als stelpost opgenomen in deze begroting.
5a. Verkoop grond en opbrengst gefaseerd inzetten als dekkingsmiddel voor kapitaallasten
Het college zet in op verkoop van grondpositie om ontwikkeling mogelijk te maken waarbij de gemeente een faciliterende rol heeft. De boekwinst wordt geschat op € 3 mln. Voorgesteld wordt deze te storten in de bestemmingsreserves wegen en onderwijshuisvesting.
5b&c. Storting in bestemmingsreserve wegen en storting in bestemmingsreserve onderwijshuisvesting
Het college ziet investeringen op het gebied wegen en onderwijshuisvesting op zich af komen op de middellange en langere termijn (tussen 5 en 15 jaar). De begroting is hierop niet voorzien. Om toekomstige schokken in de begroting te absorberen kiest het college ervoor om in deze begroting en meerjarenraming te starten met het voeden van twee bestemmingsreserves. Een bestemmingsreserve voor wegen bestaat al en wordt verder aangevuld. Voor toekomstige investeringen in onderwijshuisvesting wordt voorgesteld een bestemmingsreserve te vormen en direct te voeden met voorgestelde stortingen.
6. Implementatie nieuw HR-systeem
Het huidige HR- en salarisadministratiesysteem is verouderd en wordt vanaf eind 2021 niet meer technisch ondersteund. Aan de implementatie van het nieuwe systeem zitten eenmalige inrichtingskosten vast. Tevens zal het project veel extra capaciteit vragen van onze medewerkers, daarom is er projectbudget opgenomen voor inhuur om de reguliere dienstverlening ongewijzigd te laten.
7. Stelpost geen indexatie GR'en
Het college zet in op het bevriezen van indexaties van bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. De haalbaarheid hiervan is afhankelijk van andere deelnemers en specifieke situaties per gemeenschappelijke regeling. Het college verwacht de genoemde bedragen te kunnen besparen.
8. Herijken subsidies
Het college zet in op herijking van subsidies. De realisatie hiervan wordt gefaseerd ingevoerd.
9. Taakstellend in portefeuilles
Het college stelt zich tot doel om vanaf 2022 €400 dzd per jaar om te buigen op de begroting. Vooralsnog is dit taakstellend van aard. In 2021 wordt beoordeeld welke concrete mogelijkheden haalbaar zijn.
10. Bedrijfsvoering Veiligheid, toezicht en handhaving
Deze effecten betreffen diverse uitgaven met betrekking tot de bedrijfsvoering, die wel gemaakt worden, maar niet zijn opgenomen in de begroting. In de meerjarenbegroting zijn er budgetten opgenomen voor de bijdragen aan diverse bestaande samenwerkingen. Verder wordt er binnen team Veiligheid, toezicht en handhaving gebruik gemaakt van een handhavingsapplicatie waarvan de kosten nog niet zijn opgenomen in de begroting. Tot slot is in het jaar 2023 een stijging te zien van het nadelig effect op de begroting. Dit is het gevolg van het integraal veiligheids- en handhavingsplan dat eens in de vier jaar opgesteld dient te worden.
11. Niet bijdragen mobiliteitsfonds 2021-2023
Het college stelt voor om in lijn met de gemeenten Heemskerk en Velsen geen bijdrage te doen in het mobiliteitsfonds in de jaren 2021 tot en met 2023.
12. Kapitaallasten vervangingsinvesteringen openbare ruimte
Als gevolg van het geplande investeringen in en om die wijken waarvan de infrastructuur moet worden vervangen, stijgen de kapitaallasten de komende jaren. De jaarlasten van deze investeringen komen tot uitdrukking in de begroting nadat projecten zijn afgerond en eventuele subsidies of andere bijdragen zijn ontvangen. Naar verwachting ontstaat er op die manier over enkele jaren een piek in de kapitaallasten, die na verloop van tijd weer afneemt. Het is nodig om hiervoor aanvullende middelen op te nemen in de begroting. Bij benadering bedragen deze kapitaallasten gemiddeld €600 dzd per jaar (over de periode 2023 -2037). Om de te verwachten stijging van de kapitaallasten op te vangen heeft het college vanaf 2023 extra dekkingsmiddelen in de begroting opgenomen. Deze extra middelen zijn €225 dzd voor 2023 en €450 dzd met ingang van 2024.
13. Storting bestemmingsreserve wegen
Zie toelichting 5b en 5c. Het betreft hetzelfde bestemmingsreserve, alleen valt de storting bij 5b en 5c volgens deze opstelling direct te relateren aan de verkoop van grondpositie. De verwerkingswijze is als zodanig om het inzicht te vergroten.
14. Hogere opbrengst parkeervergunningen
Door het verhogen van de tarieven voor parkeervergunningen en het toepassen van prijsdifferentiatie is de opbrengst parkeervergunningen met ingang van 2021 structureel €40 dzd verhoogd. De hogere opbrengst komt ten gunste van het parkeerfonds.
15. Stelpost kade haven
Een deel van de Noorderkade in zeehaven de Pijp is tijdelijk buiten gebruik gesteld. Het college zet in op verzelfstandiging van de haven. Het college monitort de situatie rondom de kade en beoordeelt wat nodig is de kade niet verder te laten verzwakken. Afhankelijk van de voortgang van het verkooptraject zijn hiermee mogelijk kosten gemoeid. Deze zijn voor 2024 voor € 150 dzd opgenomen.
16. Continueren Aanjaagregeling in 2022
In mei 2020 is de gemeenteraad geïnformeerd (UIT-20-49485) over het voornemen om de Aanjaagregeling Ondernemersklimaat ook in 2022 te continueren en dit bij de besluitvorming van de programmabegroting 2021 aan de raad voor te leggen. Ondernemers hebben ondersteuning nodig bij het doorstaan van de crisis die is ontstaan als gevolg van corona. Nu en in de komende jaren waarin aan het herstel moet worden gewerkt. Omdat de precieze invulling van het MKB Innovatiefonds nog gedefinieerd moet worden, kan het daardoor nog niet dienen als een instrument voor de hulpvragen waar veel ondernemers op dit moment mee kampen. Vanuit het lokale bedrijfsleven wordt aangegeven dat de Aanjaagregeling, met de daarin gestelde doelen, wel voorziet in een actuele behoefte. Het voorstel aan de gemeenteraad is om ook voor 2022 een bedrag van € 240.000 per jaar beschikbaar te stellen en de uitgaven te dekken uit de OZB-opbrengst niet woningen. Dit is in lijn met de aanpak van de Aanjaagregeling in 2020 en 2021.
17. Stelpost kapitaallasten onderwijs (IHP, IKC)
Op basis van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) zijn kapitaallasten geraamd voor verwachte investeringen.
18. Storting in bestemmingsreserve onderwijshuisvesting
Zie toelichting 5b en 5c. Het betreft hetzelfde bestemmingsreserve, alleen valt de storting bij 5b en 5c volgens deze opstelling direct te relateren aan de verkoop van grondpositie. De verwerkingswijze is als zodanig om het inzicht te vergroten.
19. Oosterwijk fase 2
Voor de wijk Oosterwijk is een integrale wijkaanpak ontwikkeld. Het omvat acties die de gemeente de komende jaren (2020-2022) samen met inwoners, maatschappelijke organisaties en de corporaties gaat uitvoeren in de wijk. Het plan bouwt voort op activiteiten en pilots die sinds 2017 zijn en worden uitgevoerd. Doel is het verbeteren van de sociale en fysieke leefomgeving. Voor de uitvoering van deze aanpak is budget nodig.
Voorgesteld wordt dit budget te dekken uit de bestemmingsreserve Decentralisaties Breed.
20. Rioolwatervervolgonderzoek
Het betreft een vervolgonderzoek op een eerder uitgevoerd rioolwateronderzoek. In dit eerdere onderzoek zijn metingen gedaan welke nader geduid worden. Het college zet in op verder onderzoek om het beeld over drugsgebruik beter te kunnen analyseren.
21. Hogere lasten afvalinzameling en -verwerking en verhoging afvalstoffenheffing
Bij de berekening van het tarief voor de afvalstoffenheffing wordt jaarlijks rekening gehouden met indexatie conform de DVO met HVC, mutaties in het aantal woonhuisaansluitingen en afvalstoffenbelasting en mutaties van de verwerkingskosten van alle afvalfracties. Als gevolg van een sterke toename van de kosten van het inzamelen en verwerken van grof huishoudelijk afval en de kosten voor het ophalen van dumpingen, stijgen de kosten extra met €238 dzd. Dit is een structurele verhoging en deze lasten kunnen worden gedekt door het verhogen van het tarief van de afvalstoffenheffing waardoor de baten ook toenemen. Het tarief wordt in 2 stappen verhoogd: in 2020 wordt 50% van de hogere lasten toegerekend en met ingang van 2022 100%. Omdat in 2021 niet alle lasten worden gedekt door de tariefsverhoging wordt voor het tekort een beroep gedaan op de algemene reserve.
22. Beleidsvoorstellen grondstoffenplan (afvalscheiding)
Beleid voor het scheiden van afval bij hoogbouwlocaties en verbetervoorstellen voor het scheiden van GFT, papier en karton is benoemd in het huidige grondstoffenplan. De hiermee gemoeide kosten zijn nog niet bekend en worden daarom als PM post aangeduid.
23. Implementatie Omgevingswet
Voor het vervolgprogramma van de implementatie van de Omgevingswet is een begroting van het benodigd budget gemaakt. Door het uitstel van de wet is een deel van de in 2020 geplande activiteiten en begrote kosten doorgeschoven. In de begroting wordt rekening gehouden met kosten voor programmamanagement, het opstellen van de omgevingsvisie en omgevingsplan, deskundige advisering en het volgen van opleidingen en training.
24. Toezicht vanuit gemeente op landelijke energietrajecten
In Beverwijk zijn vanuit het rijk, de provincie Noord-Holland en Tennet drie energieprojecten gestart, waarvan het noodzakelijk is dat Beverwijk hieraan meewerkt. In de financiële raad van 1 juli 2020is een motie aangenomen over de kennis en expertise die hiervoor nodig is in Beverwijk. Inzet van de benodigde deskundigheid moet georganiseerd worden. In deze begroting is het benodigde budget hiervoor opgenomen.
25. Voorbereidingskrediet Kuenenpleinbuurt
In de gebiedsvisie en Nota van Uitgangspunten voor de Kuenenpleinbuurt zijn ambities vastgelegd om de leefbaarheid van de wijk te verbeteren. Daarvoor zijn er ambities om aanvullende ingrepen in de openbare ruimte uit te voeren. De wens is om de openbare ruimte een verdere kwaliteitsimpuls te geven waarbij gedacht wordt aan vergroenen en het klimaatadaptief inrichten van de openbare ruimte. Om dergelijke ambities verder uit te werken dient het project in integraliteit te worden uitgewerkt. Er moet worden onderzocht in hoeverre er een grondexploitatie kan worden opgesteld voor de financiering van de plannen waarbij ook subsidie mogelijkheden worden onderzocht. De planuitwerking / voorbereiding van de grondexploitatie zal in 2020 en 2021 worden uitgevoerd en de kosten hiervan worden geraamd op €70 dzd voor 2021. Voorgesteld wordt om de kosten te dekken uit de bestemmingsreserve grondexploitaties, dit past binnen het bestedingsdoel van deze reserve.
26a&b. Onttrekking uit bestemmingsreserve Grondexploitaties en storting in bestemmingsreserve Spoorzone
Het college stelt voor een bestemmingsreserve voor de spoorzone te openen en een bedrag van € 1 mln daarin te storten vanuit de bestemmingsreserve grondexploitaties. De bestemmingsreserve spoorzone wordt gevormd ten behoeve van de ontwikkeling van de spoorzone. In de voorjaarsnota volgt nadere kaderstelling van deze bestemmingsreserve.
D) Subtotaal mutatie programmabegroting 2021
Dit betreft het totaal van de regels 1 tot en met 26.
E) Saldo meerjarenraming exclusief spaardoelstelling
Dit betreft het saldo van de meerjarenraming exclusief de spaardoelstelling van €450 dzd.
F) Spaardoelstelling
De spaardoelstelling komt voort uit motie 16 van de voorjaarsnota 2017 en is vanaf 2020 meerjarig verwerkt als storting in de algemene reserve.
G) Saldo meerjarenraming inclusief spaardoelstelling
Dit betreft het saldo van de meerjarenraming is inclusief de spaardoelstelling van €450 dzd.